Webpagina‘s creëren met Mozilla Composer

Mozilla Composer laat u uw eigen webpagina‘s creëren en ze op het web publiceren. U hoeft geen HTML te kennen om Composer te gebruiken; het is zo gemakkelijk te gebruiken als een tekstverwerker.

Werkbalkknoppen laten u lijsten, tabellen, afbeeldingen, koppelingen naar andere pagina‘s, kleuren en lettertypen stijlen toevoegen. U kunt zien hoe uw document er uit zal zien op het Web terwijl u het creëert en u kunt uw document gemakkelijk delen met andere gebruikers, ongeacht het soort bladerprogramma of emailprogramma met HTML-mogelijkheid zij gebruiken.

Om te beginnen Mozilla Composer te gebruiken:

  pictogram Composer

 

In dit deel:

Een nieuwe pagina starten

Uw webpagina‘s formateren

Tabellen aan uw webpagina‘s toevoegen

Afbeeldingen aan uw web pagina toevoegen

Pagina-eigenschappen instellen

Koppelingen creëren in Composer

Uw pagina‘s publiceren op het Web

Composer voorkeuren



Een nieuwe pagina starten

 

In dit deel:

Een nieuwe pagina creëren

Uw nieuwe pagina opslaan en ernaartoe bladeren

 

Een nieuwe pagina creëren

Mozilla Composer is een HTML (Hypertext Markup Language) verwerker die u in staat stelt webpagina‘s te creëren en bewerken. Composer is een WYSIWYG (What You See Is What You Get (=Wat U Ziet Is Wat U Krijgt))) verwerker, zodat u kunt weergeven hoe uw pagina er voor de lezer uit zal zien terwijl u deze creëert. Het is niet nodig dat u HTML kent, aangezien de meeste van de basis HTML functies beschikbaar zijn als commando‘s vanuit de werkbalken en menu‘s.

Composer laat u tevens de HTML bron bewerken indien u wilt. Open het menu Bekijken en kies HTML bron, of klik het brontabblad <HTML> in de werkbalk Bewerkmodus aan de onderkant van het venster Composer, om de HTML broncode te bekijken of bewerken.

Gebruik een van de hieronder beschreven methoden, om een webpagina te creëren. Als u eenmaal een pagina gestart heeft, kunt u tekst toevoegen en bewerken net zoals u in een tekstverwerker zou doen.

Om een nieuwe pagina vanuit het bladerprogramma Navigator te creëren:

Om een pagina waar u momenteel naar bladert in Navigator te bewerken:

Om een nieuwe pagina in Composer te creëren:

Om te starten vanuit een HTML bestand dat is opgeslagen op uw lokale schijf:

  1. Open het menu Venster en kies Composer. U ziet het venster Composer.
  2. Open het menu Bestand en kies Bestand openen. U ziet het dialoogvenster HTML bestand openen.
  3. Zoek het bestand dat u wilt bewerken op uw lokale schijf op.
  4. Klik op Open om het gespecificeerde bestand in een venster Composer weer te geven.

Om een webpagina te bewerken:

  1. Open het menu Venster en kies Navigator.
  2. Ga naar een webapgina door de URL van de pagina in de Lokatiebalk te typen (bijvoorbeeld, http://www.mozilla.org) en op Enter te drukken (Return onder Macintosh OS).
  3. Open het menu Bestand en kies Pagina bewerken.

Tip: In het venster Composer kunt u snel het meest recente bestand waaraan u heeft gewerkt openen door het menu Bestand te openen, Recente pagina‘ te kiezen en vervolgens het bestand dat u wilt uit de lijst te selecteren.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Uw nieuwe pagina opslaan en ernaartoe bladeren

U kunt Composer documente opslaan in HTML of alleen-tekst opmaak. Opslaan als een document in HTML opmaak behoudt de opmaak van het documen, zoals tekststijlen (bijvoorbeeld, vet of cursief), tabellen, koppelingen en afbeeldingen. Een document in alleen-tekst opmaak opslaan verwijdert alle HTML tags maar behoudt de tekst van het document.

Om een document als een HTML bestadn op te slaan:

Om de bestandsnaam of lokatie van een bestaand HTML bestand te wijzigen:

Wanneer u een pagina in Composer opslaat, worden alle onderdelen van de pagina (de HTML, afbeeldingen en andere bestanden, zoals geluidsbestanden en stijlbladen, lokaal op uw harde schijf opgeslagen. Indien u alleen het HTML gedeelte van de pagina wilt opslaan, dient u de voorkeur van Composer voor het opslaan van pagina‘s te wijzigen. bekijk Composer voorkeuren - voorkeuren voor meer informatie over het wijzigen van instellingen van Composer voor het opslaan van pagina‘s.

Indien een afbeeldingslokatie absoluut is (start met "http://") en u verbonden bent met het Internet, zult u die afbeelding nog steeds in het document in Composer en Navigator zien. Echter, indien de afbeeldingslokatie relatief is ten opzichte van de paginalokatie (start met "file:///"), dan zult u de afbeelding niet in de lokale versie van het document zien.

Om een document als alleen-tekst bestand op te slaan:

  1. Open het menu Bestand en kies Naar tekst exporteren.
  2. Voer de bestandsnaam in en specificeer de lokatie waar u het bestand wilt op slaan.

Opmerking: Afbeeldingen verschijnen niet in documenten die in het alleen-tekst opmaak zijn opgeslagen.

Tip: U kunt Terugkeren uit het menu Bestand kiezen om de meest recent opgeslagen kopie van het document waarin u aan het werken bent op te halen. Houdt er rekening mee dat uw huidige wijzigingen verloren zullen gaan.

Om uw pagina in een venster van het bladerprogramma te bekijken om uw koppelingen te testen:

Terug naar het begin van dit deel ]

 



Uw webpagina‘s formateren

 

In dit deel:

Paragrafen, kopteksten en lijsten opmaken

Met lijsten werken

Tekstkleur, stijl en lettertype wijzigen

Tekststijlen verwijderen of opheffen

Tekst zoeken en vervangen

Horizontale lijnen invoegen

Speciale tekens invoegen

HTML elementen en attributen invoegen

De HTML controleren

De juiste bewerkingsmodus kiezen

 

Paragrafen, kopteksten en lijsten opmaken

Begin vanuit het venster Composer, om een opmaak op een paragraaf toe te passen:

  1. klik om het invoegpunt te plaatsen waar u de opmaak wilt laten beginnen of selecteer de tekst die u wilt opmaken.
  2. Kies een paragraafopmaak gebruikmakend van de vervolgkeuzelijst in de werkbalk Opmaak:

Om tekst op te maken als een koptekst:

  1. Klik om het invoegpunt ergens in de tekst te plaatsen die u wilt opmaken.
  2. Kies, gebruikmakend van de vervolgkeuzelijst in de werkbalk Opmaak, het niveau koptekst dat u wilt, van 1 (grootste) naar 6 (kleinste). Kies "Koptekst 1" voor uw hoofdkoptekst, "Koptekst 2" voor het volgende niveau, enzovoort.

Om een lijstelementopmaak toe te passen:

  1. Klik om het invoegpunt op de regel met tekst te plaatsen die u wilt opmaken.
  2. Open het menu Opmaak en kies Lijst.
  3. Kies de lijststijl:

Tip: U kunt snel een lijststijl op een blok tekst toepassen door de rekst te selecteren tekst en op de knoppen Genummerde lijst of Ongenummerde lijst op de werkbalk Opmaak te klikken.

Om de stijl van de opsommingstekens of nummers aan te passen:

  1. Klik om het invoegpunt in de tekst van het lijstelement te plaatsen dat u wilt wijzigen of selecteer een of meer elementen uit de lijst indien u een nieuwe stijk wilt toepassen op de volledige lijst.
  2. Open het menu Opmaak en kies Lijsteigenschappen.
  3. Selecteer een opsommings- of genummerde stijl uit de vervolgkeuzelijst. Voor genummerde lijsten, kunt u een startnummer specificeren. Voor opsommingslijsten, kunt u de stijl van de opsommingsteken wijzigen.

Tip: U kunt tevens op een opsommingsteken of nummer in een lijst dubbelklikken om het dialoogvenster Lijsteigenschappen weer te geven.

Om een paragraaf of tekst op uw pagina uit te lijnen, bijvoorbeeld, gecentreerd of aan de linker- of rechterkant uitgelijnd:

  1. Klik om het invoegpunt in de paragraaf of tekstregel te plaatsen die u wilt uitlijnen.
  2. Open het menu Opmaak en kies Uitlijnen; kies vervolgens een uitlijningsoptie.

Opmerking: U kunt de werkbalk Opmaak ook gebruiken om tekst uit te lijnen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Met lijsten werken

Om een lijst te beëindigen en door te gaan met het typen van de kern van de tekst:

Om een of meer lijstelementen in tekst van de kern te wijzigen:

  1. Klik om het invoegpunt in het lijstelement te plaatsen, of selecteer de lijstelementen.
  2. Klik op de knop genummerde lijst, voor een genummerde lijst (of klik op de knop opsommingslijst, voor een opsommingslijst) in de werkbalk Opmaak.

Om ingesprongen tekst onder een lijstelement te plaatsen:

  1. Klik om het invoegpunt in het lijstelement te plaatsen.
  2. Druk op Shift-Enter om de hangende insprong te creëren.
  3. Typ de tekst die u wilt inspringen.
  4. Druk op Shift-Enter om een andere paragraaf met hangende insprong te creëren of druk op Return om het volgende lijstelement te creëren the next list item.

Tip: U kunt het inspringen van lijstelementen vergroten of verkleinen door eregen in een lijstelement te klikken en vervolgens op de knop Inspringen of Terugspringen op de werkbalk Opmaak te drukken. Als alternatief, klik ergens in een lijstelement en druk op Tab om een niveau in te springen. Druk op Shift+Tab om een niveau terug te springen.

Om twee aangrenzende lijsten samen te voegen:

  1. Selecteer de twee lijsten die u wilt samen voegen. Selecteer zeker alle elementen in beide lijsten. Merk op dat alle tekst tussen de beide lijsten tevens deel van de samengevoegde lijst zal worden.
  2. Klik op de knop opsommings- of genummerde lijst op de werkbalk Opmaak om de lijsten samen te voegen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Changing Text Color, Style, and Font

Om de stijl, kleur of het lettertype van geselecteerde tekst te wijzigen:

  1. Selecteer de tekst die u wilt opmaken.
  2. Open het menu Opmaak en kies iets van het volgende:

Om de achtergrondkleur van de pagina te wijzigen:

  1. Klik ergens op de pagina.
  2. Klik op het achtergrondkleurblok in de werkbalk Opmaak.
  3. Kies een achtergrondkleur uit het dialoogvenster Achtergrondkleurblok.
  4. Klik op OK.

Tip: Selecteer de tekst, druk vervolgens op Shift en klik op het tekstkleurblok op de werkbalk Opmaak, om snel de kleur van de tekst te wijzigen naar de laatst gebruikte kleur. Dit is handig wanneer u een kleur wilt gebruiken voor afzonderlijke tekstregels.

U kunt tevens een afbeelding als achtergrond gebruiken. Bekijk Paginakleuren en achtergronden instellen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Tekststijlen verwijderen of opheffen

Om alle tekststijlen (vet, cursief, enzovoorts) van geselecteerde tekst te verwijderen:

  1. Selecteer de tekst.
  2. Open het menu Opmaak en kies Alle tekststijlen verwijderen.
  3. Ga door met typen.

Om door te gaan met typen van tekst met alle tekststijlen verwijderd:

  1. Plaats het invoegpunt waar u de tekststijlen wilt opheffen.
  2. Open het menu Opmaak en kies Tekststijlen opheffen.
  3. Ga door met typen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Tekst zoeken en vervangen

Om tekst te zoeken in de pagina waaraan u momenteel werkt:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u uw zoektocht wilt beginnen.
  2. Open het menu Bewerken en kies Zoeken en vervangen. U ziet het dialoogvenster Zoeken en vervangen.
  3. Typ de tekst die u wilt zoeken in het "Wat zoeken" veld. Markeer een of meer van de volgden opties, om de zoektocht te verfijnen:


  4. Klik Volgende zoeken om te beginnen met zoeken. Klik op Volgende zoeken om de volgende overeenkomst te zoeken, wanneer Composer de eerste overeenkomst van de tekst heeft gevonden.
  5. Klik op Sluiten wanneer u klaar bent.

Om tekst te zoeken en vervangen in de pagina waaraan u momenteel werkt:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u uw zoektocht wilt beginnen.
  2. Open het menu Bewerken en kies Zoeken en vervangen. U ziet het dialoogvenster Zoeken en vervangen.
  3. Typ de tekst die u wilt zoeken en typ vervolgens de vervangende tekst.
  4. Markeer een of meer van de volgden opties, om de zoektocht te verfijnen:
  5. Klik Volgende zoeken om naar de volgende overeenkomst te zoeken. Composer selecteert de volgende overeenkomst van de tekst.
  6. Klik op Vervangen om de geselecteerde tekst door de vervangende tekst te vervangen. Klik Vervangen en zoeken om de geselecteerde tekst te vervangen en de volgende overeenkomst te zoeken. Klik Alle vervangen om elke overeenkomst in het document door de vervangende tekst te vervangen.
  7. Klik op Sluiten wanneer u klaar bent.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Horizontale lijnen invoegen

Horizontale lijnen worden normaal gesproken gebruikt om verschillende delen van een document visueel te scheiden. Begin vanuit het venster Composer, om een horizontale lijn (ookwel een regel genoemd) in uw pagina in te voegen:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u wilt dat de lijn verschijnt.
  2. Open het menu Invoegen en kies Horizontale lijn.

 

Horizontale lijn eigenschappen instellen

U kunt de hoogte, lengte, breedte, uitlijning en schaduw van een lijn aanpassen.

  1. Dubbel-klik op de lijn om het dialoogvenster Horizontal lijn eigenschappen weer te geven.
  2. Bewerk elk van deze eigenschappen:
  3. Klik Als standaard gebruiken om deze instellingen, de volgende keer dat u een horizontale lijn invoert, als de standaard te gebruiken.
  4. Klik op Geavanceerd bewerken, om de eigenschappen van een horizontale lijn handmatig te bewerken. Bekijk het deel, Geavanceerde eigenschappen bewerker, voor details.

Tip: U kunt "Alle tags tonen" selecteren uit het menu Bekijken om alle HTML elementen in gele hokjes te tonen. Klik op een willekeurige gele hokje om alles binnen die HTML tag of dat HTML element te selecteren. Dubbel-klik een willekeurige gele hokje om het dialoogvenster Geavanceerde eigenschappenbewerker voor die HTML tag of dat HTML element weer te geven.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Speciale tekens invoegen

Om speciale tekens zoals accenten, auteurrecht, of valuta symbolen in te voegen:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u wilt dat het special teken verschijnt.
  2. Open het menu Invoegen en kies Tekens en symbolen. U ziet het dialoogvenster Teken invoegen.
  3. Selecteer een categorie vam tekens.
  4. Selecteer het teken dat u wilt invoegen, vanuit de vervolgkeuzelijst Teken.
  5. Klik op Invoegen.

    U kunt doorgaan met typen in uw document (of in een mailvenster Opstellen) terwijl u dit dialoogvenster open houdt, in het geval dat u het opnieuw wilt gebruiken.

  6. Klik op Sluiten wanneer u klaar bent met het invoegen vam speciale tekens.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

HTML elementen en attributen invoegen

Indien u begrijpt hoe te werken met HTML broncode, kunt u extra tags, stijlattributen en JavaScript in uw pagina invoegen. Indien u er niet zeker van bent hoe te werken met HTML broncode, is het beter deze niet te wijigen. Gebruik een van deze methoden, om met HTML code te werken:

 

De Geavanceerde eigenschappenbewerker gebruiken

Om HTML attributen en JavaScript aan objecten zoals tabellen, afbeeldingen en horizontale lijnen toe te voegen, kunt u de Geavanceerde eigenschappenbewerker gebruiken.

Opmerking: Tenzij u duidelijk begrijpt you hoe HTML attributen en ermee geassocieerde waardes toe te voegen, te verwijderen of aan te passen, is het beter dit niet te doen.

volg deze stappen, indien u momenteel niet het dialoogvenster Geavanceerde eigenschappenbewerker bekijkt:

  1. Kies Alle tags, vanuit het menu Bekijken (of de Bewerkingsmodus werkbalk).
  2. Dubbel-klik op het object dat u wilt aanpassen om het dialoogvenster Eigenschappen ervan te openen.
  3. Klik Geavanceerd bewerken om de Geavanceerde eigenschappenbewerker van het object te openen. De Geavanceerde eigenschappenbewerker heeft drie tabbladen, waarvan elke de huidige eigenschappen van het geselecteerde object opsomt:
  4. Selecteer het attribuut dat u wilt bewerken om een eigenschap of attribuut in een van de drie lijsten te wijzigen. u kunt vervolgens de naam of waarde van een attribuut te bewerken door gebruik te maken van de bewerkbare velden Attribuut en Waarde aan de onderkant van het dialoogvenster. Om een nieuw attribuut toe te voegen, typ het in het veld Attribuut aan de onderkant van het dialoogvenster. Het nieuwe attribuut wordt automatisch toegevoegd wanneer u in het veld Waarde klikt. Om een attribuut te verwijderen, selecteer het uit de lijst en klik op Attribuut verwijderen.

    Opmerking: Verplichte attributen zijn opgelicht in de Attributenlijst.

  5. Klik op OK om uw wijzigingen toe te passen in het dialoogvenster Geavanceerde eigenschappenbewerker.
  6. Klik opnieuw op OK om het dialoogvenster Eigenschappen af te sluiten.

Composer plaatst automatisch aanhalingstekens rondom alle tekst van een attribuut.

Terug naar het begin van dit deel ]

De HTML xontroleren

Voordat u uw document op een webserver plaatst zodat het kunnen bekijken, dient u zich er eerst van te verzekeren dat de HTML formattering van het document confirmeert met aan webstandaarden. Documenten die gevalideerde HTML bevatten veroorzaken minder snel problemen wanneer ze in verschillende bladerprogramma‘s worden bekeken. Uw webpagina‘s enkel visueel controleren in Navigator verzekert niet dat uw document juist zal verschijnen wanneer het in andere bladerprogramma‘s bekeken wordt.

Composer biedt u een handige manier om te controleren of uw document voldoet aan W3C (World Wide Web Consortium) HTML standarden. Composer gebruikt de W3C HTML Validation Service, die de HTML syntax van uw document controleert op navleving van de HTML 4.01 standaard. Deze dienst biedt tevens informatie aan over het verhelpen van fouten.

Opmerking: U moet met het Internet verbonden zijn om gebruik te maken van deze mogelijkheid.

Om de HTML syntax van uw document te controleren:

  1. Open het menu Gereedschappen en kies HTML controleren. Indien u onopgeslagen wijzigingen heeft, vraagt Composer u ze op te slaan alvorens verder te gaan.
  2. Klik op bladeren, wanneer de pagina van de W3C HTML Validation Service verschijnt, en zoek het bestand dat u wilt controleren op uw harde schijf.
  3. Klik op "Validate this document".

Terug naar het begin van dit deel ]

 

De juiste bewerkingsmodus kiezen

Normaal gesproken, hoeft u de bewerkingmodus niet te wijzigen ten opzichte van de standaard (Normaal). Echter, indien u met de HTML broncode van het document wilt werken, wilt u de bewerkingsnodus mogelijk wijzigen.

Composer stelt u in staat snel tussen de vier bewerkingdmodi of weergaves over te schakelen. Elke bewerkingsmodus stelt u in staat om door te gaan met werken aan uw document, maar geeft variërende niveau‘s van HTML tags (en tagpictogrammen).

Alvorens u een bewerkingsmodus kiest:

De werkbalk Bewerkingsmodi heeft vier tabbladen:

Opmerking: JavaScript functies, deelvensters, koppelingen en bewegende GIF bestanden zijn in geen van de bewerkingsmodi actief. Klik op de knop Bladeren op de werkbalk Opstellen, om de pagina te laden in een venster van een bladerprogramma, om deze items in hun actieve staat weer te geven.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Tabellen aan uw webpagina tevoegen

 

In dit deel:

Een tabel invoegen

Eigenschappen van een tabel wijzigen

Rijen, kolommen en Cellen toevoegen en verwijderen

Tabelelementen selecteren

Tabellen verplaatsen, kopiëren, en verwijderen

Tekst naar een tabel converteren

 

Een tabel invoegen

Tabellen zijn handig voor het rangschikken van tekst, afbeeldingen en gegevens in opgemaakte rijen en kolommen. Om een tabel toe te voegen:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u de tabel wilt laten verschijnen.
  2. Klik op de knop Tabel op de werkbalk Opstellen. Het dialoogvenster Tabel invoegen verschijnt.
  3. Typ het aantal rijen en kolommen dat u wilt.
  4. Voer een getal voor de dikte van de rand (in rasterpunten); voer nul in voor geen rand.

    Opmerking: Composer gebruikt een rode gestreepte lijn om tabellen zonder rand aan te geven; de gestreepte lijn verdwijnt als de pagina in een bladerprogramma bekeken wordt.

  5. Klik op Geavanceerd bewerken om de Geavanceerde eigenschappenbewerker.
  6. weer te geven om extra tabeleigenschappen of JavaScript toe te passen.
  7. Klik op OK om uw instellingen te bevestigen en uw nieuwe tabel te bekijken.

Om extra eigenschappen voor uw nieuwe tabel aan te passen, bekijk Eigenschappen van een tabel wijzigen.

Tip: Open het menu Invoegen en kies Tabel, om een tabel binnen een tabel in te voegen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Eigenschappen van een tabel wijzigen

Dit deel beschrijft hoe eigenschappen aan te passen die zowel op een hele tabel van toepassing zijn als op de rijen, kolommen of individuele cellen in een tabel. Volg deze stappen, indien u momenteel het dialoogvenster Tabeleigenschappen niet bekijkt:

  1. Selecteer de tabel, of klik er ergens in.
  2. Klik op de knop Tabel op de werkbalk, of open het menu Tabel en kies Tabeleigenschappen. Het dialoogvenster Tabeleigenschappen bevat twee tabbladen: Tabel en Cellen.
  3. Klik op het tabblad Tabel om deze eigenschappen te bewerken:
  4. Om extra attributen of JavaScript gebeurtenissen toe te passen, klik op Geavanceerd bewerken om de Advanced Eigenschappenbewerker weer te geven.
  5. Klik op Toepassen om een voorbeeld van uw wijzigingen te zien zonder het dialoogvenster te sluiten , of klik op OK om ze te bevestigen.

Om eigenschappen te bekijken, wijzigen of toe te voegen voor een of meer cellen:

  1. Selecteer de rij, kolom of cel, open vervolgens het menu Tabel en kies Tabeleigenschappen. Het dialoogvenster Tabeleigenschappen verschijnt.
  2. Klik op het tabblad Cellen om de volgende eigenschappen te bewerken:
  3. Opmerking: Klik op Geavanceerd bewerken om de Geavanceerde eigenschappenbewerker te bekijken, om extra attributen of JavaScript gebeurtenissen toe te passen.

  4. Klik op Toepassen om een voorbeeld van uw wijzigingen te bekijken zonder het daloogvenster te sluiten, of klik op OK om ze te bevestigen.

Tip: Om de tekstkleur of achtergrondkleur van een of meer geselecteeerde cellen of de gehele tabel te wijzigen, selecteer de cellen of klik ergens in de tabel en klik vervolgens het tekstkleur- of achtergrondkleurpictogram uit de werkbalk Opmaak.

Tip: Selecteer de cel, druk vervolgens op Shift en klik op de kleurenkiezer, om de kleur van de cellen te wijzigen naar de laatst gebruikte kleur. Dit is handig wanneer u een kleur voor individuele cellen wilt gebruiken.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Rijen, kolommen en cellen toevoegen en verwijderen

Composer stelt u in staat snel een of meer cellen, kolommen of rijen in een tabel toe te voegen of te verwijderen. Daarnaast kunt u opties instellen die u in staat stellen de oorspronkelijke structuur of opmaak van de tabel te behouden terwijl u bewerkingstaken uitvoert.

Om een cel, rij of kolom aan uw tabel toe te voegen:

  1. Klik in de tabel waar u een cel (of cellen) wilt toevoegen.
  2. Open het menu Tabel en kies vervolgens Invoegen.
  3. Kies een van de celgroeperingen. (U kunt tevens een nieuwe tabel in een cel van een tabel toevoegen.)

Om een cel, rij of kolom te verwijderen:

  1. Klik op een rij, kolom of cel om het invoegpunt te plaatsen. Of selecteer naburige cellen om mee dan een rij tegelijk te verwijderen. Sleur over de cellen die u wilt selecteren, om naburige cellen te selecteren. Houd de toets Ctrl (Windows and Linux) of Command (Macintosh OS) ingedrukt en klik op de cellen die u wilt selecteren, om individuele cellen in een tabel te selecteren.
  2. Open het menu Tabel en kies Verwijderen.
  3. Kies het item dat u wilt verwijderen.

Om een cel met de cel rechts ervan te verbinden (of samen te voegen):

Om aangrenzende cellen te verbinden (of samen te voegen):

Om een samengevoegde cel opnieuw in twee of meer cellen te splitsten:

Beroep u Tabel elementen selecteren voor informatie over hoe niet-aangrenzende cellen, rijen en kolommen te selecteren.

 

Het standaard tabelbewerkingsgedrag wijzigen

Composer behoudt, standaard, de tabelstructuur wanneer u een of meer cellen verwijdert door, waar nodig, cellen aan het einde van een tij toe te voegen. Dit stelt u in staat een of meer cellen te verwijderen maar nog steeds de oorspronkelijke rechthoekige opmaak, of structuur, van de tabel in stand te houden. Anders kan het verwijderen van cellen resulteren in een tabel met open plekken, of waarvan de omtrek als onregelmatig verschijnt vanwege een oneven aantal cellen.

Begin vanuit het venster Composer, om het standaard tabelbewerkingsgedrag te wijzigen:

  1. Open het menu Bewerken, kies Voorkeuren en kies vervolgens Composer.
  2. Stel, onder Tabel bewerken, de volgende voorkeur in:
  3. Klik op OK.

Bekijk tevens Algemene Composer voorkeuren instellen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Tabelelementen selecteren

U kunt op twee manieren snel een tabel, cel of groep cellen selecteren:

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Tabellen verplaatsen, kopiëren en verwijderen

Om een tabel te verplaatsen:

  1. Klik in de tabel.
  2. Open het menu Tabel, kies Selecteren en kies vervolgens Tabel.

 

Tekst naar een tabel converteren

Om tekst naar een tabel te converteren:

  1. Selecteer de tekst die u naar een tabel wilt converteren. Houd in gedachten dat Composer een nieuwe tabelrij creëert voor elke paragraaf in de selectie.
  2. Open het menu Tabel en kies Creëer tabel van selectie. U ziet het dialoogvenster Naar tabel converteren.
  3. Kies het teken dat Composer gebruikt om de selectie te scheiden in kolommen of specificeer een ander teken om te gebruiken. Kies of u wilt dat Composer meerdere spaties negeert en ze als één spatie behandelt, indien u Spatie kiest als het scheidingsteken voor kolommen.
  4. Laat "Scheidingsteken verwijderen" gemarkeerd om Composer het scheidingsteken te laten verwijderen wanneer het de tekst naar een tabel converteert. Demarkeer deze optie, indien u niet wilt dat Composer het scheidingsteken verwijdert.
  5. Klik op OK.

Opmerking: Tekstopmaak wordt verwijdert wanneer de geselecteerde tekst naar een tabel wordt geconverteerd.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Afbeeldingen (plaatjes) aan uw webpagina toevoegen

 

In dit deel:

Een afbeelding in uw pagina invoegen

Afbeeldingseigenschappen bewerken

 

Een afbeelding in uw pagina invoegen

U kunt GIF, JPEG, BMP en PNG (Portable Network Graphics) afbeeldingen in uw webpagina invoegen. U kunt ze tevens gebruiken om kopellingen te creëren. Wanneer u een afbeelding invoegt, slaat Composer een verwijzing naar de afbeelding op in uw pagina.

Opmerking: Indien u van plan bent uw pagina‘s op het web te publicereren, is het beter geen BMP afbeeldingen in uw pagina te gebruiken.

Tip: Het is het best om eerst uw pagina op te slaan of te publiceren alvorens u er afbeeldingen invoegt. Dit stelt Composer in staat om automatisch relatieve verwijzingen naar afbeeldingen te gebruiken als u ze eenmaal invoegt.

Om een afbeeldingen in te voegen:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u wilt dat de afbeelding verschijnt.
  2. Klik op de knop Afbeelding op de werkbalk of open het menu Invoegen en kies Afbeelding. U ziet het dialoogvenster Afbeeldingseigenschappen.
  3. Typ de lokatie en bestandsnaam van het afbeeldingsbestand of klik op Bestand kiezen om te zoeken naar een afbeeldingsbestand op uw harde schijf of netwerk.
  4. Typ een eenvoudige beschrijving van uw afbeelding als de alternatieve tekst die zal verschijnen in alleen-tekst bladerprogramma‘s (alsook in andere bladerprogramma‘s) wanneer een afbeelding geladen wordt of wanneer het laden van afbeeldingen is uitgezet.

    U kunt kiezen geen alternatieve tekst op te geven.

  5. Klik, indien nodig, op andere tabbladen zodat u de instellingen (bijvoorbeeld, uitlijning) kunt aanpassen in het dialoogvenster Afbeeldingseigenschappen.

Tip: Om snel een afbeelding in te voegen: Sleur en pleur het op uw pagina.

Tip: Kies Regeleinde onder afbeeldingen uit het menu Invoegen, om een regeleinde na alle afbeeldingen in een paragraaf in te voegen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Afbeeldingseigenschappen bewerken

Zodra u eenmaal een afbeelding in uw pagina heeft ingevoegt, kunt u de eigenschappen ervan bewerken en de opmaak in uw pagina aanpassen, zoals de hoogte, breedte, ruimte en tekstuitlijning. Volg deze stappen, indien u momenteel het dialoogvenster Afbeeldingseigenschappen niet bekijkt:

Om de eigenschappen van een geselecteerde afbeelding te bewerken:

  1. Dubbel-klik op de afbeelding of selecteer het en klik op de knop Afbeelding op de werkbalk om het dialoogvenster Afbeeldingseigenschappen weer te geven.
  2. Klik op het tabblad Lokatie om deze eigenschappen te bewerken:
  3. Klik op het tabblad Dimensies om deze eigenschappen te bewerken:
  4. Klik het tabblad Vormgeving om deze eigenschappen te bewerken:
  5. Klik op het tabblad Koppeling om deze eigenschappen te bewerken:
  6. Klik Geavanceerd bewerken om de Geavanceerde eigenschappenbewerker weer te geven, om extra attributen of JavaScript gebeurtenissen toe te passen.
  7. Klik op OK om uw wijzigingen te bevestigen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Pagina eigenschappen instellen

 

In dit deel:

Pagina eigenschappen en meta tags instellen

Paginakleuren en achtergronden instellen

 

Pagina eigenschappen en meta tags instellen

Gebruik het dialoogvenster Pagina eigenschappen om eigenschappen zoals de titel, auteur en beschrijving van het document waaraan u momenteel werkt in te voeren. Deze informatie is handig als u van plan bent om de pagina op een webstek te gebruiken, aangezien zoekmachines dit soort informatie gebruiken om uw pagina te indexeren. U kunt deze informatie vanuit uw het venster van uw bladerprogramma bekijken door het menu Bekijken te openen en Pagina-info te kiezen.

  1. Open het menu Opmaak en kies Paginatitel en eigenschappen.
  2. Bewerk een van de volgden eigenschappen:

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Paginakleuren en achtergronden instellen

U kunt de achtergrondkleur wijzigen of een achtergrondafbeelding voor de pagina specificeren voor de pagina waaraan u momenteel werkt. Deze keuzes hebben effect op de manier waarop tekst en koppelingen in uw pagina verschijnen aan personen die de pagina middels een bladerprogramma bekijken.

Begin vanuit het venster Composer, om de kleuren en achtergrond voor de huidige pagina in te stellen:

  1. Open het menu Opmaak en kies Paginakleuren en achtergrond.
  2. Bewerk een van de volgende eigenschappen:

Opmerking: Klik op Geavanceerd bewerken om de Geavanceerde eigenschappenbewerken weer te geven, om extra attributen of JavaScript gebeurtenissen toe te passen.

U kunt teven de standaard pagina achtergrond en kleuren instellen voor elke nieuwe pagina die u creëert in Composer.

Terug naar het begin van dit deel ]


Koppelingen in Composer creëren

 

In dit deel:

Koppelingen binnen dezelfde pagina creëren

Koppelingen naar andere pagina‘s creëren

Afbeeldingen als koppelingen gebruiken

Koppelingen verwijderen of opheffen

 

Koppelingen binnen dezelfde pagina creëren

Om een koppeling binnen dezelfde pagina te creëren, bijvoorbeeld, een koppeling die de lezer kan gebruiken om van een sectie naar een andere te springen, moet u een verwijzing (doellokatie) creëren en vervolgens een koppeling creëren die naar de verwijzing wijst. Verwijzingen worden ook genaamde verwijzingen genoemd.

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen aan het begin van een regel waar u een verwijzing wilt creëren, of selecteer wat tekst.
  2. Open het menu Invoegen en kies Genaamde verwijzing. U ziet het dialoogvenster Genaamde verwijzingseigenschappen.
  3. Typ een unieke naam voor de verwijzing in het veld Verwijzingsnaam (tot 30 tekens). Indien u spaties invoegt, zullen ze worden geconverteerd naar laag liggend streepje ( _ ). Indien u wat tekst heeft geselecteerd in stap 1, bevat dit hokje reeds een naam.
  4. Klik op OK. Een verwijzingspictogram verschijnt in uw document om de lokatie van de verwijzing te markeren:

Om de koppeling te creëren waarop lezers kunnen klikken om naar de vewijzing te springen:

  1. Selecteer de tekst of afbeelding die u wilt koppelen aan de verwijzing.
  2. Klik op de knop Koppeling of open het menu Invoegen en kies Koppeling. U ziet het dialoogvenster Koppelingseigenschappen.
  3. Klik op OK.

Opmerking: Open het menu Bestand en kies Pagina bladeren en klik vervolgens op de koppeling, om de koppeling die u zojuist crëerde te testen.

Tip: Indien u niet eerst genaamde verwijzingen heeft gecreëerd, kunt u het dialoogvenster Koppeling om koppelingen naar kopteksten die reeds voorkomen in de pagina creëren.

Terug naar het begin van dit deel ]

Koppelingen naar andere pagina‘s creëren

U kunt koppelingen creëren van uw pagina naar lokale pagina‘s op uw eigen computer of op het netwerk van uw werkplek, of naar pagina‘s op het Internet.

Tip: Het is het best om uw pagina eerst op te slaan of te publiceren alvorens u koppelingen naar andere pagina‘s creërt. Dit stelt Composer in staat om automatisch relatieve verwijzingen voor koppelingen te gebruiken als u ze eenmaal creëert.

Om een koppeling naar een andere pagina te creëren:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u een koppeling wilt creëren of selecteer de tekst of afbeelding die u wilt koppelen aan de verwijzing.
  2. Klik op de knop Koppeling. U ziet het dialoogvenster Koppelingseigenschappen.
  3. Definieer uw koppeling:
  4. Om extra attributen of JavaScript gebeurtenissen toe te passen, klik op Geavanceerd bewerken om de Advanced Eigenschappenbewerker weer te geven.
  5. Klik op OK.
  6. Klik op de knop Bladeren en klik vervolgens op de koppeling, om de koppeling die u zojuist creëerde te testen, om u ervan te verzekeren dat het werkt zoals verwacht.

Tip: U kunt een koppeling snel kopiëren door deze te sleuren en pleuren door in een ander venster op de koppeling te klikken en deze vervolgens op uw pagina te pleuren. U kunt, bijvoorbeeld, in een webpagina, venster Bladwijzers of Mail op een koppeling klikken, en deze op uw pagina pleuren. Ook kunt u met de rechter muisknop (Control+klik onder Macintosh OS) op een koppeling op een webpagina klikken en Koppelingslokatie kopiëren uit het menu kiezen. Vervolgens kun u de koppelingslokatie plakken in het veld Koppelingslokatie in het dialoogvenster Koppelingseigenschappen.

Terug naar het begin van dit deel ]

Afbeeldingen als koppelingen gebruiken

U kunt afbeeldingen, zoals JPEG, GIF of PNG bestanden, zich laten gedragen als koppelingen in uw pagina‘s. Wanneer de lezer op een gekoppelde afbeelding klikt, geeft het venster van het bladerprogramma de pagina weer waarmee de afbeelding gekoppeld is.

  1. Selecteer een afbeelding op uw pagina.
  2. Klik op de knop Koppeling op de welkbalk of open het menu Invoegen en kies Koppeling.
  3. Gebruik het dialoogvenster Koppelingseigenschappen om de afbeelding te koppelen aan een genaamde verwijzing of koptekst binnen de pagina of gescheiden lokale of andere pagina.

Tip: Sleur en pleur een gekoppelde afbeelding vanuit het venster Navigator in een venster Composer om zowel de afbeelding als de koppeling te kopiëren.

Opmerking: Open het dialoogvenster Koppelingseigenschappen, klik op het tabblad Koppeling en demarkeer "Rand om gekoppelde afbeelding weergeven", om de blauwe rand om de als koppeling gebruikte afbeeldingen te verwijderen.

Terug naar het begin van dit deel ]

Koppelingen verwijderen of opheffen

Om een koppeling te verwijderen:

  1. Selecteer de gekoppelde tekst (normaal blauw en onderstreept) of afbeelding.
  2. Open het menu Opmaak en kies Koppelingen verwijderen.

Om een koppeling op te heffen, zodat de tekst die u na de koppeling typt niet als onderdeel van de koppeling wordt omvat:

  1. Klik om het invoegpunt te plaatsen waar u de koppeling wilt beëindigen.
  2. Open het menu Opmaak en kies Koppeling opheffen.

Terug naar het begin van dit deel ]


Uw pagina‘s publiceren op het Web

Indien uw pagina‘s alleen op uw lokale harde schijf bestaan, kunt u door uw pagina‘s bladeren, maar niemand anders kan. Composer laat u uw pagina‘s publiceren naar een webserver genaamde computer op afstand.

Wanneer u uw pagina‘ naar een webserver publiceert, kopiëert Composer uw pagina‘s naar een computer die anderen door uw pagina‘s laat bladeren. De meeste ISPs bieden ruimte op hun webservers aan voor het publiceren van webpagina‘s. Vraag uw ISP, hulpdesk of systeembeheerder, om een webserver te zoeken waar u uw pagina‘s kunt publiceren.

 

In dit deel:

Een document pubvliceren

Een gepubliceerd document bijwerken

De bestandsnaam of publicatielokatie wijzigen

Een nieuwe publicatiestek creëren

De standaard publicatiestek wijzigen

Een publicatiestek verwijderen

Veel voorkomende publicatieproblemen oplossen

Publicatie instellingen

 

Publishing a Document

Tip: Het is het best om uw pagina op te slaan alvorens u er koppelingen en afbeeldingen in invoegt. Dit stelt Composer in staat om automatisch relatieve verwijzingen te gebruiken voor koppelingen en afbeeldingen als u deze eenmaal invoegt.

Om een document te publiceren:

  1. Open het HTML document dat u wilt publiceren of creëer een nieuw Composer document.
  2. Klik op de knop Publiceren, wanneer u klaar bent het document op afstand te publiceren.
  3. Indien u dit document eerder heeft gepubliceerd, onthoud Composer de publicatie instellingen van het document en begint het document te publiceren. Terwijl het publiceren gaande is, geeft Composer een publicatiestatusdiaaloogvenster weer.

  4. Klik op de knop Bladeren, om door uw gepubliceerde pagina‘s te bladeren. Test de koppelingen van de pagina en verzeker u ervan dat er geen afbeeldingen ontbreken.
  5. Ga, indien nodig, door met het bewerken van de pagina. Klik op Publiceren, wanneer u klaar bent om de pagina op afstand bij te werken met uw wijzigingen.

Wanneer u een document voor de eerste keer publiceert, wijzigt Composer de URL file:/// van het document in een URL http:// om aan te geven dat u nu het gepubliceerde document bewerkt. Klik op de knop Opslaan, indien u het document lokaal (op de harde schijf van uw computer) wilt opslaan. U zult gevraagd worden een bestandsnaam en lokatie op uw harde schijf te kiezen voor het document.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Tips voor het vermijden van gebroken koppelingenen of missende afbeeldingen


Voor meer tips voor het verhelpen van problemen, bekijk Veel voorkomende publicatieproblemen oplossen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Een gepubliceerd document bijwerken

Om een gepubliceerd document bij te werken:

  1. Open, in een venster Composer, het menu bestand en kies Recente pagina‘s, selecteer vervolgens het document uit de lijst.
  2. Blader anders naar de lokatie van het document dat u wilt bijwerken door de het HTTP adres (webadres) van het document in te voeren in het veld Lokatie van het bladerprogramma Navigator.

  3. Open het menu Bestand en kies Pagina bewerken.
  4. Werk het document waar nodig bij.
  5. Klik op Publiceren in de werkbalk van Composer, wanneer u klaar bent om de pagina op afstand bij te werken met uw wijzigingen with.

Tip: Om een pagina of afbeelding te verwijderen die u gepubliceerd heeft op een webserver, moet u een FTP (File Transfer Protocol) programma gebruiken. U moet tevens een FTP programma gebruiken indien u submappen wilt creëren of bestanden wilt verwijderen op de webserver. Vraag uw dienstverlener of zij een bepaald FTP programma aanbevelen. U kunt normaal gesproken informatie over FTP programma‘s vinden in de delen Hulp of Ondersteuning van de webstek van uw dienstverlener. FTP programm‘s zijn tevens beschikbaar via shareware stekken zoals ZDNet Downloads.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

De bestandsnaam of publicatielocatie wijzigen

Om de bestandsnaam of publicatielocatie van een document te wijzigen:

  1. Open, in een venster Composer, het menu Bestand en kies Recente pagina‘s, selecteer vervolgens het document uit de lijst.
  2. Blader anders naar de lokatie van het document dat u wilt bijwerken door de het HTTP adres (webadres) van het document in te voeren in het veld Lokatie van het bladerprogramma Navigator.

  3. Open het menu Bestand en kies Pagina bewerken.
  4. Werk het document indien nodig bij.
  5. Open het menu Bestand van Composer en Publiceren als. Composer geeft het tabblad Publiceren weer in het dialoogvenster Pagina publiceren.
  6. Voer, indien nodig, een andere paginatitel in.
  7. Voer, indien nodig, een andere bestandsnaam voor de pagina.
  8. Kies publicatielokatie die u wilt gebruiken uit de lijst Steknaam. Klik op Nieuwe stek, om een nieuwe publicatielokatie in te stellen. Bekijk Pagina publiceren - instellingen voor meer informatie.
  9. Click Publish to save the document to the new location.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Een nieuwe publicatiestek creëren

Indien u van plan bent documenten naar meer dan een lokatie op afstand te publiceren, kunt u Composer instellen om de publicatie informatie op te slaan voor elke stek op afstand die u gebruikt, zodat u deze niet elke keer wanneer u wilt publiceren hoeft in te voeren.

Begin vanuit een venster Composer, om een nieuwe publicatie stek te creëren:

  1. Open het menu Bewerken en kies Publicatiestekinstellingen. Composer geeft het dialoogvenster Publicatie instellingen weer.
  2. Klik op Nieuwe stek.
  3. Voer voor "Steknaam", de alias in waarmee u naar deze publicatiestek wilt verwijzen.

    Indien u de nieuwe stek, bijvoorbeeld, wilt gebruiken om aan het project "Meteoor" gerelateerde documenten te publiceren, wilt u mischien de steknaam "Meteoor" gebruiken. Steknamen herinneren u aan de soorten documenten die u naar elke stek publiceert.

  4. Voer voor "Publicatieadres", de volledige, door uw ISP, systeembeheerder of webhostingservice gegeven, URL in. Deze URL moet met ftp:// danwel http:// beginnen.

    Het publicatieadres specificeert de lokatie waar documenten worden gepubliceerd op deze stek. Vraag uw ISP of systeembeheerder, indien u er niet zeker van bent wat in te voeren.

  5. Voer voor "HTTP adres van uw beginpagina", het complete URL in dat u zou invoeren in het bladerprogramma Navigator om de pagina‘s op deze stek te bekijken. Voeg geen bestandsnaam of submap in als onderdeel van de URL.

    Deze URL moet altijd beginnen met http://. In sommige gevallen, is deze URL dezelfde als het publicatieadres.Vraag uw ISP of systeembeheerder, indien u er niet zeker van bent wat in te voeren, laat het anders blanco.

  6. Voer voor gebruikersnaam de gebruikersnaam in die u gebruikt om bij uw ISP of webhostingservice in te loggen.
  7. Voer voer wachtwoord het wachtwoord voor uw gebruikersnaam in.
  8. Selecteer "Wachtwoord opslaan" om uw wachtwoord veilig op te slaan gebruik makend van de Wachtwoordenbeheerder zodat u het niet elke keer hoeft in te voern als u pagina‘s op deze stek publiceert.
  9. Klik op OK.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

De standaard publicatiestek kiezen

Indien u meer dan een publicatiestek heeft ingesteld, maar normaal gesproken enkel een stek gebruikt voor de meeste van uw publicatiebehoeften, kunt u de stek aanwijzen die u het meest gebruikt als de standaard publicatiestek. Composer zal de standaard publicatiestek gebruiken voor alle documenten die u publiceert, tenzij u specifieke een alternatieve stek kiest.

Ongeacht hoeveel stekken u heeft ingesteld, kunt u altijd een document op een andere stek publiceren door Publiceren als te kiezen uit het menu Bestand van Composer. Bekijk De bestandsnaam of publicateilokatie wijzigen voor meer informatie.

Begin vanuit een venster Composer, om de standaard publicatiestek te kiezen:

  1. Open het menu Bewerken en kies Publicatiestekinstellingen. Composer geeft het dialoogvenster Publicatie instellingen weer.
  2. Selecteer een publicatiestek uit de lijst.

    Indien u slecht een publicatiestek heeft ingesteld, gebruikt Composer die als de standaard stek.

  3. Klick Als standaard instellen.
  4. Klik op OK om uw wijzigingen te bevestigen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Een publicatiestek verwijderen

Het verwijderen van een publicatiestek verwijdert de instellingen van de stek uit Composer. Indien u later op de stek wenst te publiceren, moet u de instellingen van de stek opnieuw invoeren.

Begin vanuit een venster Composer, om de instellingen van een publicatiestek te verwijderen:

  1. Open het menu Bewerken en kies Publicatiestekinstellingen. Composer geef het dialoogvenster Publicatie instellingen weer.
  2. Selecteer een publicatiestek uit de lijst.
  3. Klik Stek verwijderen.
  4. Composer verwijdert alleen de instellingen van de stek; de stek op afstand zelf wordt niet aangetast.

  5. Klik op OK om uw wijzigingen te bevestigen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 

Veel voorkomende publicatieproblemen oplossen

Indien het publiceren van een of meer van uw bestanden mislukt geeft het dialoogvenster Publicatiestatus een foutbericht weer dat u kan helpen vast te stellen wat fout ging en hoe dit op te lossen. Klik op de knop Problemen oplossen in het dialoogvenster Publicatiestatus om hulp te krijgen bij het verhelpen van uw publicatieproblemen.

Sla het bestand op uw harde schijf op door het menu Bestand van Composer te openen en Opslaan te kiezen, indien u nog steeds niet in staat bent een bestand te publiceren. U kunt het bestand vervolgens op een later tijdstip openen en proberen te publiceren. Open het menu bestand van Composer en kies Recente pagina‘s, om later snel het bestand te lokaliseren.

 

In dit deel:

Uw publicatie instellingen controleren

Uw bestandsnamen controleren

Publicatiefouten verhelpen


 

Uw publicatie instellingen controleren

Om uw publicatie instellingen te controleren:

  1. Sluit het dialoogvenster Publicatiestatus, indien het open is.
  2. Open het menu Bewerken en kies Publicatiestekinstellingen.
  3. Bevestig, in het dialoogvenster Publicatie instellingen, dat de stekinstellingen juist zijn voor de stek waarop u probeert te publiceren. Controleer deze met uw ISP of webhostingservice, indien u niet zeker bent.


Uw bestandsnamen controleren

Bestudeer de namen van alle bestanden waarvan publicatie mislukte. Verzeker u ervan dat de bestandsnamen:


Publicatiefouten verhelpen

Kijk naar de berichten die Composer weergeeft in het gebied Publicatiestatus van het dialoogvenster Publiceren, indien het publiceren van een of meer van uw bestanden mislukt. U kunt deze foutmeldingen gebruiken om te helpen bij het bepalen van wat fout ging en wat te doen om het probleem te verhelpen.


Foutmeldingen:

Bestandsnaam niet gevonden

Het publiceren van X van Y bestanden is mislukt

De submap mapnaam bestaat niet op deze stek of de bestandsnaam bestandsnaam is reeds in gebruik door een andere submap

De bestandsnaam bestandsnaam is reeds in gebruik door een andere submap

De server is niet beschikbaar. Controleer uw verbinding en probeer het later opnieuw.

U heeft geen toestemming om te publiceren op deze lokatie.

U bent momenteel offline. Klik op het pictogram in de rechter onderkant van een venster om online te komen.

Er is niet genoeg schijruimte beschikbaar om het bestand bestandsnaam op te slaan.

De bestandsnaam of submapnaam is te lang.


Foutmeldingen:

Bestandsnaam niet gevonden

of

Het publiceren van X van Y bestanden is mislukt

Foutomschrijving: Het publiceren van een of meer afbeeldingsbestanden of CSS bestanden is mislukt aangezien Composer ze niet kon vinden. Enkele typische redenen kunnen zijn:

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

De submap mapnaam bestaat niet op deze stek of de bestandsnaam bestandsnaam wordt reeds gebruikt door een andere submap

of

De bestandsnaam bestandsnaam is reeds in gebruik door een een andere submap

Foutomschrijving: U heeft de naam van een submap op afstand gespecificeerd die niet bestaat op de publicatiestek. Composer kan enkel publiceren in een submap die reeds bestaat op de publicatielokatie. Ofwel, heef u een bestandsnaam gespecificeerd die identiek is aan de naam van een bestaande submap op de publicatiestek.

Bijvoorbeeld, onder het tabblad Publiceren in het dialoogvenster Pagina publiceren:

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

De server is niet beschikbaar. Controleer uw verbinding en probeer het later opnieuw.

Foutomschrijving: Deze fout kan vele oorzaken hebben. Bijvoorbeeld:

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

U heeft geen toestemming om op deze lokatie te publiceren.

Foutomschrijving: U probeert om te publiceren op een lokatie waarvan u geen volmacht tot gebruik heeft. U kunt alleen publiceren naar stekken waarvoor u toegang heeft verkregen van uw ISP of webhostingservice.

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

U bent momenteel offline. Klik op het pictogram in de rechter onderkant van een venster om online te komen.

Foutomschrijving: U probeert om te publiceren, maar uw Mozilla Internet verbinding is momenteel in de "offline" status. Uw Internet verbinding moet in de "online" status (verbonden met het Internet) zijn om uw pagina‘s te kunnen publiceren.

Controleer dat uw Internet verbinding momenteel offline is door naar het pictogram online/offline in de rechter onderhoek van elk venster Mozilla te kijken. Indien u momenteel offline bent, verschijnt het pictogram als .

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

Er is niet genoeg schijruimte beschikbaar om het bestand bestandsnaam op te slaan.

Foutomschrijving: De harde schijf van de webserver op afstand is vol of uw heeft de door uw ISP of webhostingservice aan u toegewezen schijfruimte overschreden.

Mogelijke oplossingen:


Foutmelding:

De bestandsnaam of submapnaam is te lang.

Foutomschrijving: Het aantal tekens in de bestandsnaam of de submapnaam wordt niet ondersteunt door de webserver computer waarop u probeert te publiceren.

Mogelijke oplossingen:

Terug naar het begin van dit deel ]


 

Publishing Settings

This section describes Composer's publishing settings. For information on Composer's general and new page settings, see Composer Preferences.

 

In dit deel:

Pagina publiceren - publiceren

Pagina publiceren - instellingen

Publicatie instellingen


 

Pagina publiceren - publiceren

Het tabblad Pagina publiceren - publiceren laat u specificeren waar u een document wilt publiceren. Deze instellingen zijn van toepassing op het huidige document.

Volg deze stappen, indien u niet reeds het tabblad Pagina publiceren - publiceren bekijkt:

  1. Open het menu Bestand en kies Publiceren als. Het dialoogvenster Pagina publiceren verschijnt.
  2. Klik op het tabblad Publiceren.

Tip: To create remote subdirectories or delete published pages or images, you must use an FTP (File Transfer Protocol) program. Ask your service provider if they recommend a particular FTP program. You can usually find information on FTP programs in the Help or Support sections of your service provider's web site. FTP programs are also available from shareware sites such as ZDNet Downloads.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Pagina publiceren - instellingen

Het tabblad Pagina publiceren - instellingen laat u uw login informatie voor de publicatiestek op afstand specificeren, evenals de publicatie instellingen voor de stek op afstand. Deze instellingen zijn van toepassing op het huidige document en alle andere bestanden die u op deze lokatie publiceert.

Volg deze stappen, indien u niet reeds het tabblad Pagina publiceren - instellingen bekijkt:

  1. Open het menu Bestand en kies Publiceren als. Het dialoogvenster Pagina publiceren verschijnt.
  2. Klik op het tabblad Instellingen.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Publicatie instellingen

Het dialoogvenster Publicatie instellingen laat u publicatiestekinstellingen creëren, bewerken en verwijderen en laat u tevens de standaard publicatiestek instellen.

Volg deze stappen, indien u niet reeds het diallogvenster Publicatie instellingen bekijkt:

  1. Open het menu Bewerken en kies Publicatiestekinstellingen. Composer geeft het dialoogvenster Publicatie instellingen weer.

Terug naar het begin van dit deel ]


Composer voorkeuren

Dit deel beschrijft de instellingen in het voorkeurenpaneel Composer. Volg deze stappen, indien u het paneel momenteel niet bekijkt:

  1. Open het menu Bewerken en kies Voorkeuren.
  2. (Mac OS X) Open het menu Mozilla en kies Voorkeuren.

  3. Dubbel-klik op de categorie Composer om de lijst uit te vouwen.

Bekijk Publicatie instellingen, voor informatie over de publicatie instellingen van Composer.

 

In dit deel:

Composer

Nieuwe pagina instellingen


Composer voorkeuren - Composer

Composer voorkeuren stellen u in staat instellingen te specificeren voor het opslaan van bestanden en bewerken van tabellen. Deze instellingen zijn van toepassing op elk document dat u creëert.

Volg deze stappen, indien u niet reeds de voorkeuren van Composer bekijkt:

  1. Open het menu Bewerken en kies Voorkeuren.
  2. Klik op de categorie Composer.

Terug naar het begin van dit deel ]

 


Composer voorkeuren - Nieuwe pagina instellingen

Nieuwe pagina voorkeuren stellen u in staat om instellingen voor kleuren en achtergrondafbeeldingen te specificeren die van toepassing zijn op elk document dat u creëert.

Volg deze stappen, indien u niet reeds het voorkeurenpaneel Nieuwe pagina instellingen bekijkt:

  1. Open het menu Bewerken en kies Voorkeuren.
  2. Dubbel-klik op de categorie Composer en klik op Nieuwe pagina instellingen.

Om de naam van de auteur te wijzigen voor een individuele pagina: Open het menu Opmaak en kies Paginatitel en eigenschappen.

Om de paginakleuren en achtergrondafbeelding te wijzigen voor een individuele pagina: Open het menu Opmaak en kies Paginakleuren en achtergrond.

Terug naar het begin van dit deel ]


20 June 2002


Copyright © 1994-2002 The Mozilla Organization.

Vertaald door Martijn Ras, 20 augustus 2003.